SWESAZ
  • HOME
  • Wie zijn wij
  • Artikelen
  • Heidense Oorden
  • Activiteiten

Artikelen

Voorjaars gebruiken

3/20/2022

0 Comments

 
Picture
Voorjaarsgebruiken
(over Lente-, Ooster-, Ostara- of Paasgebruiken met heidense wortels)
Door Lianne Kooistra
​
…Ik herinner me nog goed de dag dat ik met een fijne groep mensen op of rond de Lente-evening een aantal jaren geleden van de Tankenberg naar beneden liep. Het grondwater borrelde wulps en wellustig op uit de aarde. De stuwende kracht van het lentewater was dusdanig groot dat er zich hele stroompjes vormden die langs de heuvel naar beneden kronkelden. Een bijna onweerstaanbare drang voelde ik om mijn kleding uit te trekken en door deze stroompjes te gaan rollen en me helemaal te baden en te verkwikken in dit heilige lente- levenswater van de godin Tanfana die daar woont. Zo ver kwam het niet, maar de toon was wel gezet. Lentekriebels en het verlangen naar verfrissend water dat me naar het nieuwe voorjaar zou geleiden…

De lente-evening dient zich aan, vandaag 20 maart 2022, zijn dag en nacht even lang zoals we weten, en uiteraard is het ook bijna Pasen. De tijd van voorjaarsgebruiken breekt aan! Hoe heerlijk zijn die om in te duiken!
En dan niet alleen in geschreven taal; het lezen en verzamelen van folkloristische onderzoeken en verslagen uit vaak voorbije tijden en het schrijven van informatieve stukjes. Nee, juist ligt de uitdaging in de vertaling naar het hier en nu. Hoe neem ik de opgedane kennis mee met mijn gevoel, met dat stuwende oergevoel dat ik hierboven aanhaalde. De Winter drukte me als een ware meester deze les op m’n neus; deze twee, kennis en beleving móeten wel samengaan. De ene kan niet zonder de ander, sterker nog, ze bekrachtigen elkaar ten volle.

Daarom dit schrijven, een verzameling van folkloristische gebruiken en de wijze waarop ik, wij mag ik in deze zeggen, Ax en ik, maar ook met onze lieve Swesaz-mensen, uiting geven aan de heidense lentegebruiken in deze tijd. Bij deze de handreiking om met ons mee te lezen, leren en beleven…

VRUCHTBAARHEID

Natuurlijk draait ALLES rondom de lente gebruiken duidelijk om de hernieuwde vruchtbaarheid en verjonging in de natuur. Alles staat op het punt uit te barsten en dat uit zich uiteraard in de volksgebruiken en opvattingen die onder het volk leefden, zeker toen zij een jaar of 100 geleden nog veel dichter bij en met de cyclus van de natuur leefden.

We zien een aantal opvallende elementen terugkomen in de studies over voorjaarsgebruiken, die ook in deze tijd al herhaaldelijk door diverse mensen weer worden gebezigd, of waar men al bewust mee bezig is. Te denken valt aan het gebruik van (jong) groene takken in huis, eieren en natuurlijk de sterspeelster een/de Lentegodin Ostara. Maar wat te denken van het gebruik van water, ommegangen en processies, paasvuren en as en ook draaiburgen of labyrinten. Onze voorouders kenden rijke tradities als het om het toejuichen en verwelkomen van de lente gaat. Een aantal daarvan heb ik geprobeerd te vangen in dit schrijven.

Om allereerst terug te komen op mijn herinnering aan het verlangen om me te wentelen in het opborrelde water tijdens de lente-evening op de Tankenberg, is dit niet geheel onlogisch te verklaren daar we zien dat het een oeroud gebruik is om op de paasmorgen zwijgend water te putten, uit een bron of uit stromend water. Dit water zou dan niet bederven en het water dat gedronken wordt sterkt zelfs de gezondheid. Water dat op heilige tijden geput wordt en wel onder specifieke voorschriften (zwijgend) wordt wel ‘heilawâc’ of ‘heilwaege’ genoemd, en geldt als bijzonder geneeskrachtig verjongend en levensbrengend.
Niet onbelangrijk in deze, is dat bronnen en stromende wateren sowieso bij de Germanen al als ongelijksoortig, en dus als heilig, golden. En op sommige specifieke momenten in het jaar, zoals nu in het voorjaar, werd dit nog eens extra benadrukt.
De (vroege) kerk heeft in haar poging de heidense gebruiken om te buigen naar christelijke, ook rondom het gebruik van water natuurlijk een duidelijke stempel proberen mee te geven. Wijwater en de doop, waren zeker geen nieuwe gebruiken voor onze heidense voorouders. En jawel, juist ook met Pasen wordt er wijwater gezegend dat men mee naar huis kan nemen en in het komende jaar kan gebruiken om het huis mee te reinigen/wijden.
Dit gebruik ligt dan ook aan de basis van van de openbare samenkomst van Swesaz op 16 april, waar we de Willibrordusput in Geijsteren zullen aandoen. (Onder het kopje activiteiten vind je meer info over dit evenement)

En er zijn meer heidense gebruiken die naklinken in kerkelijke vorm, ook in het voorjaar. Natuurlijk denken we dan aan de Palmpasen takken, met vaak een broodhaantje bovenin in de boom (denk aan de haan die volgens de Edda bovenin de Yggdrasil zit.), die kinderen in heel het land zo mooi mogelijk maken en ermee door de straten lopen.

Het doet denken aan de kerkelijke processies, waarbij de sacramentsprocessie doorgaans als de belangrijkste wordt genoteerd en die ook, nog net, in het voorjaar plaatsvindt.
Deze processies zijn terug te voeren op de ommegangen die in de lente plaatsvonden in de voorchristelijke tijd. We kennen wellicht de woorden van de romeinse geschiedschrijver Tacitus wel die gewag maakt van een belangrijk evenement bij de Germanen; de Nerthus viering. Na haar op rituele wijze van haar eiland te hebben gehaald, wordt zij in een wagen door ossen getrokken, rond de akkers en velden geleid om vruchtbaarheid van het land af te smeken. De geschiedschrijver moet hierbij denken aan de Isis-cultus die hem bekend is, daar ook zij in een scheepswagen wordt rondgedragen. Carnavalsoptochten doen hier ook sterk aan denken, uiteraard is de vorm nu totaal veranderd. Ook de ‘paasos’ ging getooid met kransen en bloemen in veel dorpen tot de tweede wereldoorlog vaak nog rond, ook dit gebruik zou je nog kunnen zien in het licht van overgebleven voorchristelijke gebruiken.

Gewijde groene ‘palmtakken’ werden/worden meegegeven door de kerk aan de bezoekers tijdens de paasdienst. Palmen? Nee, het waren buxus-takken, van die takken die heel het jaar door groen blijven en ook nu weer in de huizen als sympathisch magische herinnering de huizen kleurt met de kleur van voorjaar. De takken die werden meegegeven werden op het dak, schoorsteen en schuren geplaatst. Niet alleen ter decoratie, nee nee. Ze weren onheil en bliksem af! Boeren namen de groene takken ook mee op een rondgang om hun akkers, tekenden er kruisje mee in de aarde en planten op het kruispunt van de twee lijnen de tak in de grond. Zo was ook zijn veld beschermd en mochten de gewassen goed groeien.

De processie, ommegangen met scheepswagens en de groene takken, brengen me in gedachten nog verder terug in de tijd, en de petrogliefen uit Zweden komen me voor de geest. Ik denk aan de vele schepen die er zijn afgebeeld, waarvan er ook verschillende zijn die duidelijk een boompje aan boord hebben. Hoe mooi is dat! Ik kan me zomaar heel goed indenken dat processies met symbolen en zinnebeelden al sinds mensheugenis deel uitmaakten van het Germaanse geloofs- en volksleven.

Die processies en ommetochten zien we ook terug in het vlöggelen dat in Ootmarsum gebezigd wordt. Op Paaszondag trekt er een lange stoet mensen, hand aan hand door het dorp, langs een vaste route die tevens rond de stiepels van verschillende boeren schuren gaat maar ook door huizen en cafés heen. De Poaskearls, 8 jonge mannen uit het dorp, gaan voorop. Aan het eind van de ommegang verzamelen alle deelnemers zich op de Paaswei waar ’s avonds het Paasvuur ontstoken wordt. Niet alleen geldt dit bijzondere gebruik als een paasgebruik, maar is ook aan te merken als een inwijdingsrite. De jonge mannen staan op het punt een nieuwe levensfase toe te treden, waar zij deel gaan uitmaken van de volwassen mannen en laten na een bepaalde periode bij de Poaskearls te horen, hun jeugd definitief achter zich.
Toponiemen als paaswei, paasbergen en paaskolken kom je overigens wel vaker tegen. Dit zijn veelal plekken waar van oudsher de Paasvuren werden ontstoken of waar paasspelen (vaak spellen met eieren) werden gehouden.
Door de bijzonderheid van dit rituele gebruik dat men nu onder de noemer katholiek schaart, het vlöggelen, komen er jaarlijks veel toeristen op het dorp af, waardoor het intussen een gemêleerd gezelschap is geworden dat deelneemt aan het gebeuren. Uiteraard mag dat de pret niet drukken, maar het zal allicht de authenticiteit enigszins hebben aangetast.

Van het vlöggelen, naar een andere spiralende beweging; onze vriend Farwerck legt een verband tussen het voorjaar en trojaburgen, erg interessant. Trojaburgen zijn labyrinten met een specifieke vorm en toepassing. Om voor trojaburg door te gaan, moet een labyrint voldoen aan de volgende omschrijving; ‘een figuur waarbij men telkens bijna een gehele cirkel doorloopt om dan, omkerende, een iets kleinere cirkel eveneens bijna geheel te doorlopen, om daarna, telkens weder omkerende en hetzelfde proces enige malen herhalende, tenslotte het middelpunt te bereiken.’
Zowel de uiterlijke vorm als het woord trojaburg (draaiburg) laten al zien dat er ‘beweging’ in het figuur zit, en wel is dit heel goed mogelijk terug te herleiden tot specifiek de beweging in de vorm van een dans, (rei)dansen in het bijzonder. En nou wil het dat specifiek deze dansen veelal in verband worden gebracht met het voorjaar!

Natuurlijk kennen we de paasvuren, die ik net al even noemde. Het verbranden van de winter enerzijds en het gunstig stemmen van het voorjaar met rook en as daarna anderzijds, zijn belangrijke handelingen die meegekomen zijn naar onze tijd en zelfs de kerk zijn ingedoken als in bijvoorbeeld de paaskaars. Niet ongebruikelijk was het in vroeger tijd om met de as van het paasvuur de gezichten zwart te maken en de as uit te strooien over de akkers. Uiteraard beiden bedoeld om vruchtbaarheid te stimuleren.

Er is genoeg geschreven over eieren, hazen en zelfs over lentegodin Ostara. Wat ik eraan wil toevoegen is dat waar het Ostara betreft, het goed te weten is dat er wetenschappelijk op twee manieren naar haar kan worden gekeken. Ofwel er was bij onze voorouders een lentegodin bekend met de naam Ostara, ofwel zou het mogelijk zijn dat godin als het ware een personificatie is geworden van de lente-evening, ‘Ooster’.
Ooster, wat bij onze buren nog de meer gangbare naam is voor Pasen; Easter en Ostern, gaan etymologisch terug op Eostre, de godin van de dageraad.

Wij kiezen er in ieder geval voor om de lente-evening aan te duiden met Ooster, waarin lieflijk ook de naam van deze vermeende godin schuilgaat. Want hoe dan ook, de lente is magisch en prikkelt de zinnen. Alles staat op het punt om, bijna orgasmisch, uit zijn voegen te springen om tot een ware uitbarsting van geur en kleur te komen.

Wij waren vandaag op praktische redenen vandaag al vroeg in de veren, maar kregen wel een heerlijke beloning van een prachtige zon die het oosten rees.
Tijdens onze besloten Swesaz-viering volgende week, zullen we ruimte hebben om gezamenlijk de ervaring van het bewegen in een trojaburg te beleven en voor zeker zullen ook deze dag eieren niet ontbreken.

Door heel bewust na te denken over de handelingen rondom Ooster en ze tegen het licht van opgetekende gebruiken te leggen, proberen we met alle liefde en toewijding een meerwaarde van zoveel mogelijk authenticiteit te creëren, een voortzetting, van wat onze voorouders eeuwen al zo belangrijk vonden. Het ervaren is belangrijk, alleen kennis gaat niet in je ziel en zinnen kriebelen, maar andersom werkt voor ons ook niet. Kennis en belevenis gaan hand in hand, en zo maken we de cirkel weer rond

Voor een thuis-viering staan er hopelijk genoeg handvatten in deze tekst waar je zelf mee aan de slag zou kunnen. Een trojaburg/labyrint kun je goed in je tuin maken met wat hulpmiddelen en het speels bewandelen/bedansen, een ei kun je in de aarde begraven om algehele vruchtbaarheid te bevorderen en in een beek of bron wat water tappen op de Ooster of Paasdagen en jezelf/elkaar eens flink (ritueel) nat maken, zijn alvast een aantal heel fijne ‘historisch correcte’ handelingen om Ooster te beleven.

Geraadpleegde bronnen:
- ‘Met de goastok door Twente en Salland’, D.J. van der Ven
- ‘Nederlandse Volkskunde’, Dr. Jos. Schrijnen
- ‘De Germaanse Oudheid’, Prof. Dr. Jan de Vries
- ‘Altgermanischer Religionsgeschichte’, Prof. Dr, Jan de Vries
- Noordeuropese Mysteriën en hun sporen tot heden’, F.E. Farwerck
- ‘Nederlandse Volksgebruiken’, H.C.A. Grolman
- ‘Onze seizoensfeesten’, J. Rasch
- ‘Ons Volk’, jaargang 1932
- ‘Wijze vrouwen en godinnen’, Aat van Gilst
Picture
Picture
0 Comments



Leave a Reply.

Proudly powered by Weebly
  • HOME
  • Wie zijn wij
  • Artikelen
  • Heidense Oorden
  • Activiteiten