SWESAZ
  • HOME
  • Wie zijn wij
  • Artikelen
  • Heidense Oorden
  • Activiteiten

Artikelen

Waai Wodan, waai!

9/8/2020

0 Comments

 
Picture
Door Lianne de Munck
geschreven voor onlinemagazine 'Eik en Blad', themanummer Lucht

Hoe vaak moet je het over een specifieke godheid willen hebben, zou je denken? Zovelen lijken de namen Wodan, Odin, Alvader, Eénoog of Zwerver te gebruiken in schrijfsels, kunst of andere creatieve uitingen dat je zou denken dat het bijna overbodig zou worden om een stuk over hem te schrijven. Iedereen kent hem al, is vertrouwd met hem, zo lijkt het.
Maar wat weten we eigenlijk? Hoe leren we een godheid kennen? Hoe komen hun vertellingen en verhalen tot ons? Zijn we bereid en onderzoekend (genoeg) om dieper te graven en kritisch te zijn over wat we lezen, aannemen en menen te ervaren? Ervaringen, verlangens en de hang naar verbinding maken dat we ontvankelijk zijn en een beeld vormen van een godheid die past bij ons persoonlijk beleven.
Begrijpelijk wellicht, maar juist daarom denk ik dat het belangrijk is om te blijven studeren en te blijven onderzoeken. Scherp en kritisch te blijven naar context, tijd en bedoelingen van verhalen die geschreven worden. Dat is in ieder geval wat mij beweegt; onderzoeken, (her)ontdekken en van daaruit schrijven en delen.
Daarnaast denk ik dat in deze context aan een aantal andere belangrijke zaken die van belang zijn om te (blijven) vertellen over het heidendom in het algemeen, hoe dit gepraktiseerd werd en wordt en hoe we onze uitingen van religie kunnen blijven toetsen en staven aan de oorspronkelijke concepties die bij ons cultureel- religieus- en historisch erfgoed horen.

Er zijn al vele boeken en studies over Wodan geschreven, maar toch maak ik graag van de gelegenheid gebruik, in dit themanummer ‘Lucht’, om wat over de Windgod Wodan en zijn goddelijke kompanen te schrijven. Wellicht kun je als lezer nog één en ander uit dit stukje halen en de woorden als een verfrissende en vernieuwende wind tot je laten spreken!


Wodan als god van lucht?
Jazeker!
Godsdienstwetenschappers hebben in de afgelopen eeuw veel onderzoek gedaan naar o.a. de herkomst van onze Noordwest Europese religie en de wortels hiervan die stevig verankerd zijn in een Indo-Europese basis. De oude Indiase en Perzische religies en mythen hebben dezelfde Indo-Europese basis als de onze. Hetzelfde geldt overigens voor de Indo-Europese talen die nauw aan elkaar verwant zijn.
Daarom kan het interessant en verdiepend zijn om naar andere Indo-Europese bronnen te kijken die wel, anders dan hoe dat voor onze eigen mythologie en religie geldt, vanuit de oudheid al zijn overgeleverd en opgetekend. De Indische Veda’s zijn daar een belangrijk voorbeeld van.
Vergelijkende godsdienstwetenschappelijke onderzoeken geven ons inzichten die we naast andere bronnen kunnen leggen, bijvoorbeeld vanuit de archeologie, toponiemen en volksoverleveringen.

Wanneer we inzoomen op onze god Wodan, zie je dat hij opmerkelijke overeenkomsten vertoont met de Vedische god Vayu, ook wel Vâta of Vâta-Vayu, niet alleen in naam maar ook in functie en rol als zijnde wind- of luchtgod. Vâta-Vayu is een van de primaire goden binnen het hindoeïsme, hij is de god van de wind en de oorlog.
Als we allereerst zijn naam nader bekijken, zien we dat ‘Vayu’ letterlijk ‘blazer’ betekent en teruggaat op ‘vá’ en ‘vâti’ dat blazen betekent. Ons woord ‘waaien’ is hieraan verwant, maar ook het Gotische woord ‘vaian’ en het Duitse ‘wehen’.    
Het woord Vayu reikt terug op het klassieke element lucht in het hindoeïsme.

De god Vâta-Vayu maakt, net als Wodan, deel uit van een specifieke godengroep die lijkt op die van de Asen uit onze Noordse mythologie. Ook hij is een spilfiguur in deze groep waar hij de aanvoerder en de aanzienlijkste is van de hemelse strijders. De ronduit beroemde en befaamde hindoegod Indra strijdt onder zijn bevel, en ook hij is, net als Donar de zoon van Wodan, bewapend met o.a. een bliksemschicht.
De aanwijzingen die we krijgen door de naam van Wodan met die van een andere Indo-Europese godheid te vergelijken en de overeenkomsten te ontdekken in o.a. functie/rol, geven ons al een belangrijke indicatie dat we met een vergelijkbare godheid te maken hebben en dus ook Wodan, net als Vâta-Vayu, in ieder geval als luchtgod kunnen identificeren.

Etymologie
Uiteraard laten we het niet na om ook de interessante etymologie van de naam van Wodan zelf te bekijken. We zagen al dat zijn naam lijkt op die van Vâta-Vayu, maar helemaal overeen komen ze niet, ook niet in de basis.
‘Wodan’ is opgebouwd uit ‘wod’ en ‘an’.
‘Wod’ staat hierbij voor een hoge opgelaaide mentale staat van zijn; woede, razernij of waanzin. Je zou het zelfs als bezetenheid (door een goddelijke macht) kunnen typeren.
‘An’ betekent in deze het vermogen het voorgaande (de wod) meester te zijn.
Wodan betekent dan letterlijk ‘heer van de wod’.
Het ‘woeden’ is aan dit woord verwant, ‘woeden’ betreft een natuurverschijnsel dat met veel geweld gepaard gaat. ‘Woede’ is ook de kracht die gepaard gaat met dichtkunst, zang en profeteren (vergelijk het woord woede met het Oudnoorse ‘oðr’ en Latijnse ‘vātes’).
Later hierover meer, maar het is in ieder geval al vast te stellen dat het woord iets vertelt over een ‘bevlieging’ of een vlaag die als het ware door je heen komt waaien en de boel mentaal en geestelijk aanjaagt, net zo ongrijpbaar als de wind dat doet.

Sleipnir
Natuurlijk zijn er meer aanwijzingen te vinden waar we Wodan in hogere atmosferen en in het luchtruim kunnen plaatsen. Het brengt ons bij zijn opvallende mythische grijze schimmel Sleipnir. Het bijzondere paard met 8 benen bezit de magische eigenschap zich niet enkel over land te kunnen voortbewegen, maar tevens door de lucht. Verschillende verzen in de Edda verwijzen naar zijn vlucht door het luchtruim.
Daarnaast heeft Sleipnir de capaciteit om zich naar en door verschillende mythologische werelden te verplaatsen. 
Het is Sleipnir die zowel Wodan als Hermod naar Hel rijdt om respectievelijk opheldering te vragen aan een zieneres (völva) in haar graf over de kwellende dromen van Balder en om Balder uit de onderwereld terug te halen naar Asgard.
Paarden worden gezien als heilige dieren, het eten van paardenvlees wordt meer dan eens genoemd als onderdeel van heidense rituelen. Ook zijn er verschillende paardengraven gevonden die het belang indiceren om ook in het hiernamaals de viervoeter als metgezel te hebben.
Sleipnir, en paarden meer algemeen, kunnen in de Noordse mythologie in verband worden gebracht met het bewegen tussen de verschillende werelden. Ze lijken zowel boodschapper te zijn tussen de doden en de levenden, als ook een ‘vervoersmiddel’ om de grens over te kunnen gaan die beide werelden scheidt. Paarden zijn zeker niet in de laatste plaats zelf aankondigers van de dood wanneer zij zich laten zien in dromen en/of realiteit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist Wodans paard Sleipnir grijs gekleurd is, als overgangskleur tussen dood en leven.
De schimmel van Sint-Nicolaas die over de daken rijdt is herkenbaar als overblijfsel van de mythe van Wodan met zijn paard die door de lucht gaat.

Wilde Heer
Maar zelfs nog duidelijker dan de verwijzing naar Sleipnir waarin we Wodan kunnen herkennen als Luchtgod, wordt Wodans verbinding met de atmosfeer duidelijk wanneer we naar zijn rol in de Wilde Jacht, of Wilde Heer, kijken.
Wanneer de avonden donker en de nachten lang zijn, wanneer het stormachtige weer van december de wolken door de lucht jaagt, de wind door de kieren van de huizen laat tieren, dan gaat Wodan met zijn dodenleger rond. 
Het is de tijd van het jaar waarin de wereld van de doden en goden nauw aansluit op de onze en we onder het net iets opgetilde gordijn makkelijker kunnen zien en ervaren wat er aan gene zijde speelt en vice versa.
In de rauwe nachten van de Joeltijd trekt de Regin (voorouders en goden tezamen) eropuit om de goddelijke orde in de wereld van de levenden te beschermen en te waarborgen. Wanneer de chaoskrachten trekken en duwen om ons te laten wankelen zorgt het rondtrekkende Heer (lees leger) ervoor dat deze krachten verdrongen worden en opnieuw heil en vruchtbaarheid ons ten deel mogen vallen.
Wodan wordt als een van de mogelijke aanvoerders van dit door de hemel trekkende leger genoemd, maar ook gaat in sommige verhalen bijvoorbeeld Vrouw Holle voorop.

Levensadem, runen en magie
Zo langzamerhand kunnen we Wodan wel herkennen als Luchtgod, maar er komt nog een ander, wat ik ervaar als belangrijk, aspect bij waarin Wodan een diepgaande associatie met lucht heeft.
In de proza Edda lezen we over de schepping van de wereld en zien we dat Wodan en zijn broers Vili en Vé de kosmos zoals wij die kennen scheppen. Zij doen dit door de oerreus Ymir te doden en zijn lichaam in stukken te verdelen waarvan zij de werelden vormen.
In hetzelfde verhaal vinden de broers twee boomstronken op het strand, zij maken de stukken hout tot de eerste mensen. Wodan geeft ze adem en leven, Vili geeft ze verstand en beweging en Vé geeft ze een gelaat, spraak, gehoor en zicht.
Wodan geeft dus adem aan de eerste mens, dat wat ons levend maakt! Hij blaast als het ware het leven aan. Hoe passend voor een Luchtgod!  
Natuurlijk weten we dat Wodan in verband staat met de Runen, sterker nog, hij was degene die ze vond. Runen en hun namen, klanken en betekenissen zijn bij uitstek diepgaande instrumenten om magie mee te bedrijven. Het reikt te ver voor dit artikel en het zou een complete studie an sich worden om hier heel diep in te duiken. Wat wel belangrijk hierin te noemen is, is dat Wodan niet voor niets de god is die verbonden is met magie. Gebruik van stem, klank, adem, maar ook het uitspreken van woorden, namen en uiteraard toverformules zijn magische attributen en handelingen.
Adem, runen en magie zijn in elkaar en met Wodan verweven.

Dichtersmede
Een laatste puntje dat Wodan wel tot spraakmakende Luchtgod maakt is het verhaal waarin hij de dichtersmede verkrijgt. Even in het kort:
Na het verbond tussen de Asen en de Wanen werd er door beide partijen in een vat gespuugd. Uit dit spuugmengsel werd een man geschapen, Kvasir. Kvasir was wijs en trok de werelden rond om zijn kennis te delen. Twee dwergen doodden Kvasir echter en vingen zijn bloed op in twee vaten, hieraan voegden zij honing toe waardoor het bloed in mede veranderde. Wanneer je een slok van de mede zou drinken, maakte je dat tot dichter of geleerde.
Door een twist in het verhaal komt de mede bij een reus terecht die het veilig opbergt, zijn dochter wordt de beschermster van de bergplek. Uiteraard begeert Wodan de dichtersmede te hebben en met een list weet hij het zo te spelen dat hij de vaten mede in 3 slokken geheel opdrinkt. Hij verandert zich dan in een adelaar en vliegt met de mede in zijn vogel-lichaam naar Asgard, alwaar hij de mede weer uitspuugt in andere vaten die daar voor hem klaarstaan.
Ja, we lezen het goed. Wodan verandert zichzelf in een adelaar en vliegt er met de mede vandoor!
Hij kiest het luchtruim om te ontkomen!
Wat erg interessant daarbij is dat we tevens lezen in het lied van Wafthrudnir (Edda) dat het een adelaar is, aan het hemeleind die met zijn vleugels de wind over de zee laat waaien.
 
Wodan als god van de lucht!
Inmiddels kunnen we wel stellen dat er genoeg aanwijzingen zijn, die in dit schrijven overigens maar kort zijn aangestipt en zeker niet compleet zijn, die Wodan maken tot een god die meer dan verbonden is met de lucht en de atmosfeer.
Niet alleen in naam, maar ook in functie, rol en mythen.
Er rest nog zo ontzettend veel meer over Wodan te schrijven en het is zeker niet mijn bedoeling met dit artikeltje een uiteenzetting te geven over de god zelf, slechts enkel om een klein tipje van de sluier te lichten waardoor we een aantal aspecten van Wodan zien die verband houden met lucht, wind en waaien.
Wel maak ik graag gebruik van de gelegenheid om in dit kader wat andere aspecten van Wodan, het gebruik van namen en overleveringen binnen het heidendom te belichten. Dit omdat ik meen dat ze kunnen bijdragen aan een beter besef van wie Wodan is, wat het heidendom inhoudt en hoe je je daarin kunt ontwikkelen.

Odin?
Gelukkig, als ik dat mag zeggen, zie ik veel mensen de West-Germaanse naam Wodan gebruiken en niet de Noord-Germaanse/Scandinavische variant Odin. Uiteraard hebben we het wel over dezelfde godheid, met dezelfde essentie en dezelfde oorsprong. Maar vergeet niet dat ‘what's in a name’ ook hierin erg belangrijk is om in acht te nemen.
Zoals we lazen is Wodan de god bij uitstek die in verband kan worden gebracht met magie en ‘bezetenheid’. Dit komt ook uit zijn naam en zijn kenningen (dichtelijke bijnamen die iets vertellen over het karakter van bijvoorbeeld een godheid) naar voren.

Etymologisch komen beide varianten van de godsnaam voort uit de naam *WoÞanaz die zoiets betekent als de ‘heer van de woede’ of nog verder doorgetrokken ‘opperbevelhebber van het leger’.
De etymologie van de naam Wodan hebben we hierboven al bekeken, maar we zien dat de naam Odin in zekere zin vergelijkbaar is.
Odin vloeit voort uit de oudere vorm ‘Odr’, de furie of de furieuze. Wanneer -in achter een naam komt, houdt dat in dat hij een verheven status heeft gekregen boven het voorgaande, in dit geval dus ‘heer over de furie of furieuzen’.   

Als we het zo bekijken zou het niet uitmaken om Wodan Odin te noemen, of andersom. De naam heeft immers een zeer vergelijkbare betekenis. Beide namen belichten hetzelfde aspect van de god.
Maar waar het hem wel inzit is de onderbouwing vanuit cultureel, historisch maar ook geografisch en taalkundig oogpunt waarom je voor de ene of de andere naam zou kiezen.
Het bekendste voorbeeld om dit duidelijk te maken is natuurlijk de naam van de middelste dag van de week; woensdag/Wodansdag.
Daarnaast kennen we in Nederland verschillende toponiemen (plaatsnamen) waarin ‘woen’ (dat een afgeleide is van Wodan) voorkomt, te denken aan Woensdrecht en de Woensberg in de gemeente Huizen. Er zijn nog meer voorbeelden te geven die taalkundig iets dieper gaan met verwisselingen van letters en klanken, maar voor nu laat ik het hierbij.
De naam ‘Wodan’ heeft dus een bedding in ons cultuur- en taalgebied, onze voorouders waren bekend met de klank en betekenis, ze kenden ‘hem’.
En daar komen we tot de kern en het punt dat ik wil maken. Juist wanneer je je bezighoudt met Germaans erfgoed, met traditie en met het heidendom, hebben die voorouders en hun gebruiken zo’n belangrijke rol. Overleveringen zijn belangrijk, ‘couleur locale’ is belangrijk, erkenning en herkenning van ‘oud’ hebben een essentiële rol.
Wanneer men in deze context niet kiest om te werken met godsnamen van hier, maar ze van elders importeert (als Odin en Thor bijvoorbeeld) dan mis je de kracht van de voorouderlijke lijn en van tradities van ons eigen lage land. Dat is zo ontzettend jammer en een gemiste kans!

New age ‘heidendom’
Ik wil zelfs nog een stapje verder gaan en een nog kritischer punt maken.
Als we het hebben over het heidendom als volwaardige religie in onze hedendaagse maatschappij vraagt dat om een bepaalde mate van striktheid. De basisbeginselen van onze kosmische religie laten geen ruimte voor zaken die ‘goed voelen’, maar een overtuigde volharding in kosmische wetten (ik denk alleen al aan de eeuwige balans en strijd tussen orde en chaos) die jaar in jaar uit een volledige toewijding behoeven. Dat is niet saai, dat is bewust en standvastig het roer van onze voorouders overnemen die tot in de verste tijd meegedraaid hebben op het eeuwige wiel van geboorte, dood en wedergeboorte samen met de Regin. Onze voorouders begrepen deze oneindige cyclus en kenden hierin hun plek. Niet iedereen hoefde een priester of Runenmeester te zijn, niet iedereen hoefde een groot magiër te zijn. Niet iedereen hoefde een krijger te zijn, niet iedereen een boer.
En je raad het al… dat hoeft nu ook niet!

Maar er is meer om kritisch over te zijn… ondanks dat het heidendom dat over Noordwest-Europa gewaaierd is dezelfde oorsprong heeft, hebben verschillende regio’s verschillende lokale kenmerken gekregen, wat ik eerder al aanduidde met de term ‘couleur locale’. Gebruiken en opvattingen hadden wel een gemeenschappelijke basis en de essentie zal zeer veel overeenkomsten hebben gekend, maar toch waren er verschillen, zoals we net al zagen in de verschillende namen van de godheden bijvoorbeeld.
Waar we ook rekening mee moeten houden is dat het heidendom geen ‘heilig boek’ heeft. De Edda (Edda’s) worden weleens bestempeld als ‘bijna bijbel’ voor moderne heidenen, maar dat is niet geheel terecht.

Het is erg belangrijk steeds te realiseren dat de Edda’s opgetekend zijn in een na-heidense tijd door nota bene christelijke schrijvers op een specifieke locatie.
De bril van de toenmalige tijds- en omgevingsgeest is erg belangrijk om in ogenschouw te nemen wanneer we de verhalen en mythen lezen. Het waren kinderen van die specifieke tijd en omstandigheden die de verhalen hebben opgetekend zoals ze dat hebben gedaan. Met de daarbij behorende belangen en door het christendom beïnvloed denken.

Zo zou je er bijvoorbeeld uit kunnen lichten dat de figuur Loki ‘slechts’ een literair figuur was en geen god uit heidense tijden die een eigen cultus genoot. Het was vanuit christelijk oogpunt logisch om de verhalen in een goed-kwaad perspectief weer te geven.
Voorzichtigheid is dus geboden wanneer we de Edda lezen, en het is zeker niet een boek met de essentie van het heidens denken van onze contreien! Laten we daarom ook voorzichtig zijn met rituelen en handelingen vormgeven die we baseren op Edda-verhalen.
Door, voortbordurende op zojuist genoemde voorbeeld, te spreken over een ‘Loki-inwijding’, is dat iets dat op helemaal nul historische bronnen is gebaseerd en daarmee verwordt tot een New Age handeling met een heidens tintje. Persoonlijk pas ik daarvoor. Alleen al om het feit dat ik hiermee mijn eigen voorouderlijke traditie en erfgoed te kort doe of eigenlijk gewoon om zeep help.

Met ons heidens initiatief Swesaz wil ik me juist zo veel mogelijk inzetten voor het hervinden van de oude rijke kennis en overleveringen van onze prachtige kosmische religie van onze voorouders die een diepe bedding kent in onze bodem en in onze voorouderlijnen. Er is meer dan genoeg om je dagelijks, voor de rest van je leven, over te verwonderen en, als ware het een magische bries, je door te laten vervoeren. Dus waai, Wodan, waai, met je Wind door ons wezen!
 
Geraadpleegde bronnen:
  • Altgermanische Religionen Geschichte, Jan de Vries
  • Van Ægir tot Ymir, Paula Vermeyden i.s.m. Arend Quak
  • Godsdienstgeschiedenis in vogelvlucht, Jan de Vries
  • Investigations into Germanic Mythology, Viktor Rydberg’s
  • The role of horses in the old Norse sources, Katrín Sif Einarsdóttir
  • Proza Edda, Snorri Sturluson, vertaling Paula Vermeyden
  • Edda, vertaling Jan de Vries

  • Afbeelding W.G. Collingwood
0 Comments



Leave a Reply.

Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • HOME
  • Wie zijn wij
  • Artikelen
  • Heidense Oorden
  • Activiteiten